Goed, we staan op de vooravond van een megatransformatie. Nog even en we zijn onsterfelijk, of we bepalen in ieder geval onze eindleeftijd voor als we het een keer zat zijn.
Dus als je er na 200 jaar wel een keer klaar mee bent kun je, als onderdeel van je On Demand Body & Health cloud dienst je gewenste sterfdatum selecteren. Ouder worden komt met gebreken en ziektes, maar die kun je verhelpen door een patch uit te voeren op het gen die de betreffende onhebbelijkheid veroorzaakt. En die patch kan ook geautomatiseerd worden uitgevoerd als je slaapt, wel zo makkelijk. Daarnaast wordt het klimaatprobleem teruggedraaid, de planeet Mars gekolonialiseerd en zelfs nadenken wordt vanuit de cloud gefaciliteerd. En dit zijn slechts enkele voorbeelden van wat ons te wachten staat.
Even rekenen
Hoewel bovenstaande met een beetje scepsis lijkt geschreven is die transformatie toch wel degelijk realiteit aan het worden. Door de snelheid waarmee artificiële intelligentie (AI) zich ontwikkelt, gaat het ons bevattingsvermogen vaak voorbij en lijken die ontwikkelingen soms ongeloofwaardig.
Oud professor Vernor Vinge schreef in 1993 al dat we voor een verandering staan die vergelijkbaar is met de opkomst van het menselijk leven op aarde. Vinge was er toen al van overtuigd dat computers op menselijk niveau zouden gaan acteren en rekenkracht op dat moment nog de voornaamste bottleneck was. Als een computer net zo intelligent gaat zijn als het menselijk brein zal deze in beginsel ook de ruwe rekencapaciteit van de hersenen moeten kunnen evenaren.
Nu zijn er schattingen gemaakt van de computing-capaciteit van hersenen. Met andere woorden: men kan bepalen hoeveel berekeningen een computer moet kunnen verwerken om op menselijk niveau te komen. En wat hardware betreft zijn we er al. Oké toegegeven, je hebt daar op dit moment nog wel een supercomputer voor nodig. Maar volgens professor en futurist Ray Kurzweil koop je in 2029 een computer voor 1000 dollar die 1000 keer sneller is dan het menselijk brein. Nu zijn mensen alleen spectaculair goed in zaken als patroonherkenning, taalvaardigheid en creatief denken. Computers zijn lang niet zo goed als mensen bij dergelijke taken, maar dat is hard aan het veranderen.
Verleden, heden en toekomst
Om het even wat meer in context te plaatsen: Als je teruggaat naar het jaar 2000 en je bedenkt hoe we op dat moment het internet gebruikten, dan kom je niet veel verder dan browsen, e-mail en wat e-commerce toepassingen. En als je nog tien jaar verder teruggaat kom je in een volstrekt analoog tijdperk terecht. Maar als je vanaf het jaar 2000 tien jaar de toekomst in duikt, is het contrast met het jaar 2000 vele malen groter dan in de vergelijking 2000 – 1990. Dit patroon, dat menselijke vooruitgang steeds sneller ontwikkelt naarmate de tijd voorbij gaat, is wat Kurzweil de Law of accelerating returns noemt. Een meer geavanceerde maatschappij heeft het vermogen om zich sneller te ontwikkelen dan een minder geavanceerde maatschappij. Simpelweg omdat ze meer geëvolueerd zijn.
Op LinkedIn zag ik onlangs voor de duizendste keer de post voorbijkomen dat Uber, opgericht in 2009, in 2017 meer boekingen had dan alle taxi’s in Amerika bij elkaar. Als je dit in 2000 had voorspeld zou, op wat futuristen na, geen mens je hebben geloofd. En wie had je in 1990 geloofd als je had verteld dat we twintig jaar later mondiaal verslaafd zouden zijn aan onze smartphone (een wat?) die tweehonderd keer meer mogelijkheden heeft dan televisie, teletekst en computer bij elkaar. En zou je in 2007 hebben geloofd dat de smartphone de hele wereld zou veranderen en dat het aantal aangesloten IoT-apparaten in 2018 de 10 miljard zou zijn gepasseerd? De Law of accelerating returns en AI lijken een verbond met elkaar te hebben gesloten.
En wat gebeurt er nu en wat staat er aan te komen?
De toepassingen van AI vind je op dit moment veel in lerende algoritmes. Zoals Spotify en Netflix steeds beter leren welke muziek of series je leuk vindt. En neurale netwerken die grote hoeveelheden data analyseren om bijvoorbeeld patronen te herkennen en voorspellingen voor de toekomst kunnen doen. En om toch weer even op de medische wetenschap terug te komen: Wetenschappers hebben een aantal jaren geleden al ontdekt hoe ze met CRISPR-CAS technologie genen kunnen uitschakelen, aanpassen, repareren of zelfs introduceren. Maar omdat nu alle opties eerst uitvoerig handmatig buiten het lichaam worden getest is dat een tijdrovend en kostbaar proces. Maar nu komt het. Technologiegiganten als Microsoft en IBM werken al langer samen met CRISPR-wetenschappers en hun software analyseert nu de enorme hoeveelheden CRISPR-data in de cloud. Hiermee wordt in enkele minuten duidelijk waar de genetische code het beste kan worden herschreven.
Met AI kun je systemen zodanig intelligent maken dat deze ook op een menselijke manier gaan ‘denken’. Veel bedrijven zijn hard bezig met digitalisering om de efficiëntie van bedrijfsprocessen en kwaliteit beter te borgen. En digitalisering is in grote mate weer afhankelijk van AI, omdat het helpt bij het versnellen en efficiënter inregelen van digitaliseringsprocessen. Alle markten zijn op een bepaalde manier wel bezig om te digitaliseren. Binnen de financiële wereld zie je dat AI onder meer toegepast wordt ten behoeve van stem- en gezichtsherkenning. En in de retailmarkt wordt het onder andere toegepast voor het automatiseren van leveranciersbeoordelingen.
IT en AI
Hoewel IT en AI feitelijk twee verschillende werelden zijn, zie je ook dat steeds meer IT-fabrikanten in grote mate AI integreren in hun producten. En met meer dan 10 miljard aangesloten IoT-apparaten kun je natuurlijk oneindig veel sensordata collecteren en interpreteren. Een nadeel is dat zo lang als technologie zich ontwikkelt, criminelen zich hier ook verder in specialiseren. Vooral voor het uitvoeren van DDoS aanvallen zijn IoT-apparaten mateloos populair. Maar volgens de FBI worden gehackte IoT-apparaten ook bij allerlei vormen van cybercrime als proxy gebruikt. Zo kun je bijvoorbeeld via een niet goed beschermde camera gehackt worden. Best creatief. Gelukkig worden er uiterst slimme (neurale) netwerkinfrastructuren en ecosystemen ontwikkeld die steeds slimmer wordende hackpatronen leren detecteren en ook weer zelflerend zijn. Zo blijf je de hacker voor.
En nu wordt het spannend
Kurzweil houdt 2029 als een consistente datum aan waarop AI een geldige Turing-test zal halen en daarom menselijke niveaus van intelligentie zal bereiken. Vanaf 2029 gaat het dus heel spannend worden. In de jaren dertig van de 21e eeuw zullen er miljoenen apparaten zijn die naast uiterst klein ook bijzonder intelligent zijn. Er zullen medische nanorobots zijn, voorzien van AI, sensoren, opslagcapaciteit en communicatiemogelijkheden. Deze robots zwerven door onze bloedbaan om onze gezondheid continu te peilen en om onze emotionele toestand voor vreugde, liefde of andere emoties te optimaliseren. En halverwege de jaren 30 van de 21e eeuw zal de wetenschap in staat zijn om onze neocortex, het deel van het brein waarmee we kunnen denken, te koppelen aan de cloud. Deze ‘brain extender’ is eigenlijk de vervanger van de brain extender die we nu massaal gebruiken, de smartphone. Je weet wel, dat apparaat dat pas 11 jaar geleden door Steve Jobs werd geïntroduceerd.
Nog even terugdenkend aan de evolutie die heeft plaatsgevonden tussen 1990 en 2000 en om nog een laatste keer Ray Kurzweil aan te halen: Volgens Kurzweil is er tussen het jaar 2000 en 2014 evenveel vooruitgang geweest als in de hele eeuw daarvoor. Kijkend naar de toekomst duurt het misschien nog tot 2029 voordat het eerste AI-systeem algemene menselijke intelligentie op een laag niveau bereikt, maar het gaat gebeuren. Op het moment dat AI het menselijke intelligentieniveau bereikt, lost het binnen no time vraagstukken op die geen mens tot op dat moment heeft kunnen verklaren. En hooguit een uur later is het duizenden keren slimmer dan de slimste mens, om vervolgens 24×7 met immense snelheid door te blijven gaan. En dan bereiken we zo rond 2045 de singulariteit: een explosie van intelligentie. Ofwel het punt waarop AI zo geavanceerd zal zijn dat de software in computers, robots, netwerken, en datacentra slimmer zal zijn dan mensen.
Sceptisch?
Aanvankelijk was ook ik enigszins sceptisch over dit toekomstbeeld. Terugblikkend op 1990 had ik het beeld van de wereld waarin ik nu leef ook niet geloofd. Ik kijk er eerlijk gezegd naar uit. Tegenhouden kan niemand. Gek genoeg maken veel bedrijven niet of nauwelijks gebruik van het potentieel van AI. We staan eigenlijk niet aan de vooravond van een megatransformatie, we zitten er middenin. Het is belangrijk dat de invloed van AI op ons leven voor het grote publiek meer duidelijk wordt.
Toen ik me twee jaar geleden ging verdiepen in AI binnen infrastructuren en datacenters werd al snel duidelijk dat de rol van AI veel verder reikt dan ik kon vermoeden. Het zit niet alleen in je smartphone, het bevindt zich nu bijna in ieder apparaat waar software in zit. Het is niet zomaar een innovatieve technologie, maar veruit het belangrijkste onderwerp voor onze toekomst.